Voorschriften Voedselverpakkingen
Voedselcontactmaterialen
Verpakkingen voor voedingsmiddelen moeten voldoen aan de daaraan bij wet gestelde eisen. Bent u fabrikant van verpakkingsmaterialen of handelt u in materialen die bestemd zijn om met levensmiddelen in contact te komen? U dient er zorg voor te dragen dat uw producten in overeenstemming zijn met de wetgeving inzake voedselverpakkingen. De belangrijkste regels zijn te vinden in Verordening (EG) 1935/2004 inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen - voedselcontactmaterialen in correct jargon. In het Engels is dit Food Contact Materials (FCM). Daarnaast zijn er nog enkele verordeningen die regels treffen voor specifieke materialen, zoals kunststof. Het Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen is zijdelings ook nog van belang.
Slijpen Legal BV verleent juridisch advies over het gebruik van voedselcontactmaterialen.
Verpakkingsvoorschriften voeding en drinkwaar
Ter bescherming van de volksgezondheid zijn er door de Europese wetgever verpakkingsvoorschriften voor voeding en drinkwaar opgesteld. De belangrijkste voorschriften inzake levensmiddelenverpakkingen zijn te vinden in Verordening (EG) 1935/2004, die aangemerkt kan worden als de Kaderverordening.
In artikel 1 lid 2 bepaalt de Verordening als volgt:
Deze verordening is van toepassing op materialen en voorwerpen, met inbegrip van actieve en intelligente materialen en voorwerpen die met levensmiddelen in contact komen, (hierna „materialen en voorwerpen” genoemd), die in hun afgewerkte staat:
a) bestemd zijn om met levensmiddelen in contact te komen, of
b) al in contact met levensmiddelen zijn en daartoe bestemd zijn, of
c) redelijkerwijs kunnen worden geacht bij normaal of te verwachten gebruik met levensmiddelen in contact te komen of aan levensmiddelen hun bestanddelen af te geven.
In lid 3 wordt vervolgens bepaald welke materialen niet binnen het toepassingsbereik van de Verordening vallen:
Deze verordening is niet van toepassing op:
a) materialen en voorwerpen die worden geleverd als antiquiteit;
b) bedekkings- of omhullingsmaterialen die, zoals materialen ter bekleding van kaaskorsten, bereide vleeswaren of fruit, één geheel vormen met de levensmiddelen en mogelijk samen met die levensmiddelen worden geconsumeerd;
c) openbare of particuliere vaste installaties voor waterdistributie.
De ratio van deze Verordening kan deels al worden afgeleid uit artikel 1 lid 2 onder c: verpakkingen kunnen hun bestanddelen aan levensmiddelen afgeven en daarmee in het menselijk lichaam terecht komen. Reden genoeg om regels te stellen ten aanzien van de gebruikte materialen en de wijze waarop deze stoffen worden geproduceerd en verwerkt.
Kaderverordening (EG) 1935/2004
Doel van de Kaderverordening (EG) 1935/2004 is allereerst economisch van aard: bevordering van de interne markt is één van de hoofddoelstellingen. Daarnaast komt belang toe aan de bescherming van de volksgezondheid en het behartigen van consumentenbelangen.
De Verordening bepaalt in zijn algemeenheid dat verpakkings- of contactmaterialen voor levensmiddelen conform goede fabricagemethoden moeten zijn geproduceerd. Daarmee verwijst de Kaderverordening naar Verordening 2023/2006 betreffende goede fabricagemethoden voor materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen (GMP-Verordening).
Actieve en intelligente materialen
Daarnaast bepaalt de Kaderverordening in artikel 5 dat er voor speciale groepen van materialen bijzondere regels gelden. In Bijlage I van de Kaderverordening is een lijst opgenomen met materialen waarvoor bijzondere maatregelen kunnen worden gesteld. Het gaat om: actieve en intelligente materialen en voorwerpen, kunststoffen, kleefstoffen, keramiek, kurk, siliconen, rubber, glas, drukinkt, papier en karton, metaal en metaallegeringen, textiel, vernis en deklagen, hout, was, geregenereerde cellulose en harsen met ionenwisselaars.
Voor een aantal van deze stoffen zijn separate Verordeningen vastgesteld.
Regels kunnen per EU Lidstaat verschillen
Voor zover er sprake is van stoffen waarvoor de Kaderverordening of de daarop gebaseerde wetgeving geen regeling treft, zijn de EU lidstaten vrij om een eigen regeling te treffen.
Voor voedselcontactmaterialen geldt daarom dat men niet alleen bedacht moet zijn op Europese wetgeving, maar dat nationale bepalingen ook een rol kunnen spelen. En let op: die kunnen van lidstaat tot lidstaat verschillen.
Voedselcontactmaterialen: de belangrijkste beginselen
Zoals gezegd, bevat de Kaderverordening een aantal belangrijke beginselen die voor alle voedselcontactmaterialen gelden. Op de eerste plaats dienen voedselcontactmaterialen veilig te zijn. Dit vereist dat deze materialen conform goede productiepraktijken (GMP) worden vervaardigd en wel op zodanige wijze dat er bij normaal of voorzienbaar gebruik geen migratie van stoffen optreedt in hoeveelheden die:
De menselijke gezondheid in gevaar brengt;
De samenstelling van levensmiddelen op onacceptabele wijze verandert;
Wijzigingen aanbrengt in de organoleptische kenmerken van levensmiddelen, denk aan veranderingen in geur of smaak.
Belangrijk is dat de Kaderverordening de migratie van stoffen niet verbiedt; evenmin vereist de verordening van actoren dat zij alles in het werk stellen om migratie te voorkomen. Veilige migratie is op grond van deze verordening toegestaan.
Op deze pagina vindt u juridische info over voedselveiligheid. Welke regels gelden er voor voedselkwaliteit en veiligheidsnormen? HACCP, NEN en ISO normen. En welke wetgeving voor de productie en distributie van voeding en nutriënten? Wat doen de instanties NVWA, RIVM, FAVV, BVL, INFOSAN, FAO, WHO en INFOSAN? Intake is gratis.
Etikettering en labellingsvereisten voor de industrie
Op de tweede plaats roept de Kaderverordening etiketterings- of labellingsvereisten in het leven. Stoffen die nog niet met levensmiddelen in aanraking zijn gekomen terwijl zij daartoe wel zijn bestemd, moeten -zodra zij op de markt worden gebracht- voorzien zijn van een duidelijk etiket waarop in ieder geval wordt vermeld:
Dat de stof bestemd is voor contact met voedsel (daartoe kan men ook het symbool met het glas en de vork gebruiken);
Instructies met betrekking tot het gebruik (voor zover noodzakelijk);
Naam en adres van de Verantwoordelijke Persoon binnen de Europese Unie;
Identificatienummer/andere aanduiding die traceerbaarheid mogelijk maakt.
DoC
De Declaration of Compliance (DoC) of Verklaring van Overeenstemming: een belangrijke tool
Op de derde plaats vereist de Kaderverordening dat voedselcontactmaterialen vergezeld gaan van aan Declaration of Compliance (DoC) oftewel een Verklaring van Overeenstemming. Deze DoC is een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat voedselverpakkingen voldoen aan de wettelijke vereisten inzake productie en de toegestane migratielimieten niet overschrijden.
Vereiste van traceerbaarheid
De DoC is een belangrijk traceability-instrument binnen de toeleveringsketen. Vrijwel ieder actor binnen de keten dient een DoC af te geven aan zijn afnemer. De afgegeven verklaring moet berusten op zogenaamd ‘compliance work’: de actor dient door middel van adequate testen te hebben gecontroleerd of de stoffen veilig zijn voor gebruik in of als voedselcontactmaterialen.
In de praktijk blijkt regelmatig dat niet duidelijk is wannéér, door wie of hoe vaak een DoC dient te worden afgegeven. Bovendien zijn er actoren (zoals fabrikanten van basisgrondstoffen) die geen DoC kùnnen afgeven.
Heeft u vragen over dit onderwerp, neem dan contact met ons op.
Tot slot is het vereiste van traceability of traceerbaarheid een belangrijke hoeksteen van de Kaderverordening. De traceerbaarheid van voedselcontactmaterialen dient in alle stadia van het productieproces te worden gegarandeerd. Daarbij mag rekening worden gehouden met technische haalbaarheid.
GMP-vereisten voor levensmiddelenverpakkingen
Zoals hierboven reeds aangestipt, vereist de Kaderverordening dat levensmiddelenverpakkingen worden geproduceerd overeenkomstig goede fabricagemethoden. De gebruikte materialen moeten -met andere woorden- GMP-proof zijn. GMP is de afkorting voor Good Manufacturing Practices.
Dit volgt niet alléén uit de Kaderverordening maar óók uit de daarop gebaseerde Verordening 2023/2006/EU. Deze laatste verordening vereist dat er -enkele uitzonderingen daargelaten- in alle productiestadia van levensmiddelenverpakkingen conform GMP-principes wordt gewerkt. Fabrikanten en importeurs moeten over een gedocumenteerd QAQC-systeem beschikken, de traceability van gebruikte stoffen en materialen dient te zijn gegarandeerd en de veiligheid van zowel intermediates als eindproducten moeten worden gewaarborgd.
Het levensmiddelenrecht wat komt daar allemaal bij kijken? Wij bieden juridisch advies voedingsmiddelenrecht. Food & Feed Law, Warenwet en NVWA dus. Wetgeving omtrent dieetsupplementen en CBD-olie. Juridische dienstverlening en consultancy services voor food startups inclusief ondernemerstips, tricks en stappenplan. De specialisten van Slijpen Legal BV spreken uw taal. Van fast food tot fine dining.
QAQC bedrijfsprotocollen en auditverslagen
Materialen die afkomstig zijn van buiten de EU, dienen ten minste conform vergelijkbare kwaliteits- en veiligheidsprincipes te zijn gefabriceerd (af te leiden uit bijvoorbeeld ISO-certificeringen maar ook uit gedocumenteerde QAQC bedrijfsprotocollen en auditverslagen).
Overigens is de zelfstandige betekenis van de GMP-Verordening in de praktijk tamelijk beperkt. Producenten en importeurs moeten immers als op grond van de Kaderverordening conform goede fabricagemethoden werken. Indien men voldoet aan de Kaderverordening, voldoet men in de regel ook aan de vereisten op grond van de GMP-Verordening.
Bijzondere voedselcontactmaterialen: extra regels
Artikel 5 lid 1 van de Kaderverordening bepaalt:
Voor de in bijlage I genoemde groepen materialen en voorwerpen en, in voorkomend geval, combinaties van deze materialen en voorwerpen of gerecycleerde materialen en voorwerpen die worden gebruikt bij de vervaardiging van deze materialen en voorwerpen, kunnen bijzondere maatregelen worden vastgesteld of gewijzigd overeenkomstig de in artikel 23, lid 2, bedoelde procedure.
In Bijlage I vindt men vervolgens een opsomming van een 17-tal stoffen die worden gebruikt bij de fabricage van voedselcontactmaterialen, waarvoor bijzondere maatregelen kunnen worden getroffen. Voor een aantal van deze stoffen zijn regels gesteld bij Verordening, te weten:
Kunststoffen. Verordening EU/10/2011(Kunststofverordening);
Actieve en intelligente materialen. Verordening EG/450/2009;
Keramiek. Richtlijn 84/500/EEG, gewijzigd bij Richtlijn 2005/31/EG
Geregenereerde cellulose (folie). Verordening 2007/42/EG
Gerecycleerd kunststof. Verordening EG/282/2008
Nitrosamines en epoxyderivaten
Daarnaast gelden er extra regels voor nitrosamines en epoxyderivaten. Contactmaterialen (keukengerei in het bijzonder) gemaakt van melamine en polyamide en afkomstig uit China of Hong Kong, dienen te voldoen aan Verordening EU/284/2011. Deze laatste Verordening stelt gedetailleerde regels betreffende onder meer invoerprocedures.
Ook is het mogelijk dat u nog te maken krijgt met nationale regels. Indien er sprake is van materialen waarvoor (nog) geen bijzondere Europese maatregel in het leven is geroepen, zijn lidstaten vrij zelf bijzondere maatregelen te treffen. Houd daar rekening mee als u zaken doet over de grens.
NEN, EN of ISO normen
Tot slot kunnen NEN, EN of ISO normen nog een rol spelen met betrekking tot voedselcontactmaterialen. Een voorbeeld vormt de NEN-EN 12980:2000 inzake materialen en artikelen bestemd om in contact te komen met voedingsmiddelen.
Let erop dat de Verordeningen niet enkel een rol spelen bij het productieproces, ook groothandelaren in en distributeurs van voedselcontactmaterialen zijn gebonden aan de Kaderverordening.
Eco Verpakkingen
Ecologische voedselcontactmaterialen
Ook ecologische voedselcontactmaterialen, zoals eco verpakkingen, moeten voldoen aan de vereisten van de Kaderverordening. Voor zover er gebruikt wordt gemaakt van gerecycleerde kunststoffen, komt belang toe aan Verordening EG/282/2008, dat voor gerecycled plastic specifieke regels stelt.
En ook al is een verpakking milieuvriendelijk (composteerbaar) en zijn er ecologische materialen gebruikt, migratie van verpakkingsbestanddelen is doorgaans niet te voorkomen. Hoofdregel blijft derhalve dat migratie binnen de wettelijke grenzen moet blijven en dat er geen sprake mag zijn van gevaar voor de volksgezondheid.
Minerale oliën in verpakkingsmaterialen
Sedert 2012 is veel te doen over zogenaamde minerale oliën in verpakkingsmaterialen. Lang niet alle minerale oliën zijn gevaarlijk, maar er zijn wel zorgen over het gebruik van MOH in/op (kartonnen) verpakkingen. MOH staat voor minerale oliën van koolwaterstoffen, die vervolgens kunnen worden onderverdeeld in MOSH (minerale oliën van verzadigde koolwaterstoffen) en MOAH (minerale oliën van aromatische koolwaterstoffen).
Uit onderzoek van de EFSA blijkt dat deze minerale oliën ook worden aangetroffen in het verpakte voedsel. Dat is op zichzelf een onwenselijke situatie, vooral omdat nog niet volledig duidelijk is wat op de lange termijn het effect is op de gezondheid.
Kleefstoffen, inkt en voedseladditieven
Duidelijk is wel dat het gebruik van kleefstoffen, inkt, voedseladditieven en bepaalde verwerkingshulpmiddelen bijdragen aan hogere concentraties van MOSH en MOAH in voedingsmiddelen. In beginsel worden alle minerale oliën van koolwaterstoffen als mutageen aangemerkt, tenzij de stoffen een behandeling hebben ondergaan die MOAH reduceren/verwijderen.
Eén en ander is voldoende reden om voorzichtig om te springen met het gebruik van deze stoffen, temeer omdat er nog geen specifieke migratielimieten voor deze stoffen zijn vastgesteld.
Hormoonverstorende stoffen in verpakkingsmaterialen
Bisphenol A of BPA kent vele toepassingen en wordt ook in de verpakkingsindustrie gebruikt. Het wordt onder meer gebruikt bij de productie van kunststoffen (denk aan polycarbonaat, polyvinylchloride en epoxyharsen). Zo kan men BPA aantreffen in plastic flessen, maar ook in kartons voor zover daarin gerecycled (thermisch) papier is gebruikt.
De EFSA heeft in 2015 een onderzoek gepubliceerd over blootstelling, toxiciteit en gezondheidsrisico’s van het gebruik van BPA in voedselverpakkingsmaterialen. Duidelijk is dat BPA bij hoge blootstelling aanzienlijke effecten kan hebben op het menselijke endocrine, vasculaire en metabole stelsel.
Bisphenol A
Het gebruik van Bisphenol A werd reeds gereguleerd door de hierboven genoemde Kunststofverordening. Het verdient evenwel aanbeveling om het gebruik van BPA te minimaliseren. Houd er overigens rekening mee dat diverse landen binnen de EU het gebruik van BPA in voedselcontactmaterialen hebben verboden.
Voor Nederland geldt (vooralsnog) geen algeheel verbod, al mogen babyflesjes de stof niet meer bevatten.
Etiketten op levensmiddelenverpakkingen: voedselinformatie voor de consument
Het verhaal houdt echter nog niet op bij levensmiddelenverpakkingen. De wetgever stelt ook eisen aan de op verpakkingen aanwezige etiketten of labels. Etiketten dienen voor consumenten begrijpelijke en juiste informatie te bevatten. Niet alleen moet voor de eindgebruiker duidelijk zijn dat de verpakking geschikt is voor contact met levensmiddelen, ook moet duidelijk worden vermeld wat er in de verpakking zit.
Veilig gebruik en allergenen
Informatie over inhoud, houdbaarheid, veilig gebruik en allergenen moet in ieder geval – op voor de eindgebruiker begrijpelijke wijze - worden vermeld. Verordening EU/1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten stelt gedetailleerde regels. De NVWA is belast met controle op de naleving van de regels.